Matt Stokes – The Distant Sound

Het is op dit moment een enorme hit op internet: een Death metal versie van de bubblegum pophit Friday van Rebecca Black. De cover staat nog maar een paar dagen online op Youtube, maar is in die tijd al meer dan 2 miljoen keer bekeken. Het nummer van Black wordt door popjournalisten beschouwd als één van de slechtste nummers ooit. In de death metal versie is het gekweel van de jonge zangeres vervangen door gekrijs en gegrom van twee Death metal zangers. Het contrast met de mierzoete teksten kon bijna niet groter. In De Hallen (Haarlem) doet kunstenaar Matt Stokes iets soortgelijks. Stokes bewerkte samen met componist en dirigent Orlando Gough speciaal voor zijn tentoonstelling de klassieke cantate Cantata Profana (1930) van Béla Bartók voor zes grindcore zangers. Death metal is een subgenre van de heavy metal, met als belangrijkste kenmerk gegromde of geschreeuwde vocalen. Grindcore is verwant aan death metal, maar bevat meer punk elementen. Je vraagt je af wat er van de Cantata Profana overblijft als je de tenor, de bariton, het koor en het orkest wegdenkt, en dat alles vervangt door gegrom en gekrijs. Het antwoord laat zich raden: niet veel. Bartoks compositie wordt compleet door de mangel gehaald. Maar wat is het een ongelofelijk indrukwekkend beeld! Stokes nodigde de zes zangers uit om in een muziekstudio in Berlijn de zes stemmen van de cantate simultaan in te zingen, waarbij ieder gelijktijdig door een aparte videocamera werd gefilmd. In De Hallen hebben ze elk hun eigen videoscherm gekregen. De mannen, afkomstig van bands als Hatred Surge, Kastrated en She Said Destroy, beginnen één voor één te grommen en te krijsen. Het is alsof de nagels over je doodskist worden gehaald. Of beter gezegd: over het schoolbord. Een lage, diepe grunt wordt opgevolgd door een duivels hoog stemmetje. Het geluid, dat werkelijk loeihard staat, gaat door merg en been. Je zou bijna denken dat de zangers zijn overgenomen door demonen. Bij nader inzien blijkt dat ook precies waar Stokes op mikt, op die religieuze ervaring. De monumentale sculptuur die is opgebouwd uit speakerelementen blijkt een overblijfsel van één van Stokes eerdere projecten in Londen. De kunstenaar organiseerde daar in de ruimte van Residency 176 onder de noemer Club Ponderosa muziek- en theateroptredens voor buurtbewoners. De titel van de sculptuur, MASS, verwijst naar de locatie waar Club Penderosa plaatsvond; in een oude Methodistische kerk. Voor de prachtige dansfilm “ Long After Tonight” (2005) organiseerde Stokes een Northern Soulavond in een kerk in Dundee, waar in de jaren 70 van die dansavonden werden georganiseerd. Destijds vonden die avonden plaats in de activiteitenruimte van de kerk. Stokes verplaatste het feest naar het koor van de kerk, waardoor een verbinding tot stand komt tussen muzikale en lyrische extase.

Eigenlijk probeert de kunstenaar bij al zijn werk een soort gemeenschapszin te kweken. Hij brengt mensen samen, zoals zij vroeger werden verenigd door religie. Stokes is een soort dominee. Of, om in de kunstwereld te blijven: een community artist. Maar dan gelukkig wel een community artist waarvoor het beeld dat overblijft minstens zo belangrijk is als de ontmoeting zelf.

Matt Stokes – The Distant Sound’, t/m 13 juni 2011 te zien in De Hallen, Haarlem. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 11.00-17.00u. zondag 12.00-17.00u.

Bovenstaande recensie verscheen eerder – in ietwat gewijzigde vorm – in Het Parool.
www.parool.nl

Comments are closed.

Print Friendly, PDF & Email